Hondenvoeding is onder te verdelen in de 3 levensfasen van een hond: puppy, volwassen hond en oudere hond. Daarnaast is er ook speciale dieetvoeding en voer voor specifieke hondenrassen.
De eerste weken van hun leven drinken pups uitsluitend moedermelk. Deze moedermelk is zeer voedzaam en bevat meer energie, eiwitten, vet en calcium dan koemelk of geitenmelk. Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de pups bijgevoerd worden, het liefst met puppyvoer. Blikvoer is ideaal omdat dit zacht is en gemakkelijk is te eten met het melkgebit. Om de pups te stimuleren zelf te eten, kan de eerste dagen een moedermelkvervangend product op een schoteltje worden aangeboden. Hierna kan geleidelijk worden overgegaan op het puppyvoer. Pups moeten 5 tot 6 keer per dag gevoerd worden. Een of twee voerbakjes is genoeg voor een heel nest. Het stoeien om een goede plaats bij de voerbak stimuleert de eetlust. Op een leeftijd van 6 tot 8 weken zijn de meeste pups aan het vaste voer gewend en kunnen ze gespeend worden.
Na het spenen is een uitgebalanceerde voeding van zeer groot belang voor het gezond opgroeien van de pup. Te weinig, te veel of verkeerde voeding kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van zijn leven. Een speciale puppyvoeding is zeer geschikt. Hierin zit een goede verhouding aan energie, eiwitten, vitaminen en mineralen. Hierdoor zal er goede spierontwikkeling zijn, terwijl de pup een goed skelet en gebit zal opbouwen. Extra vitaminen en mineralen zijn niet nodig en kunnen zelfs schadelijk zijn.
Van een voedzaam, evenwichtig hondenvoer wordt uw hond sterk, goed gespierd en krijgt een gezonde vacht. Net als mens zijn honden dol op voedsel. Het is echter een misverstand dat een hond net zo afwisselend moet eten. Een hond kan zonder enige verveling jarenlang met genoegen dezelfde hondenbrokken eten. Het is belangrijk uw hond een evenwichtige maaltijd voor te zetten. Hierbij heeft u de keuze uit een zeer groot aanbod van hondenvoer. Naarmate zijn leeftijd vordert, veranderd ook de energiebehoefte van de hond. Dat honden ‘met de pot’ mee eten komt nog steeds voor. Vaak met een onevenwichtige voedselsamenstelling als gevolg. Zo is te veel vlees (verkeerde verhouding calcium en fosfor) schadelijk voor uw hond. Met aandoeningen in botten en gewrichten als gevolg. Vooral jonge, opgroeiende honden zijn hier gevoelig voor.
De kwaliteit en de hoeveelheid van het voedsel zijn bepalende factoren bij de groei en ontwikkeling van een jonge hond naar een volwassen hond. Het is van belang dat uw hond alle voedingstoffen in de juiste verhoudingen binnen krijgt. Balansvoeding heeft een door deskundigen uitgebalanceerde samenstelling. Zo weet u zeker dat uw hond bij elke maaltijd precies krijgt wat hij nodig heeft.
Het is belangrijk om uw hond op regelmatige momenten de juiste hoeveelheid voeding te geven. Dit kan soms lastig zijn, de aanbevolen voedingshoeveelheid kan namelijk per hond verschillend zijn. Voedingsadviezen in brochures en op verpakking zijn daarom slechts een richtlijn. Het is belangrijk de fysieke gezondheid van uw hond in de gaten te houden en de voedingshoeveelheid indien nodig aan te passen.
Een nieuwe fase is aangebroken als uw hond een dagje ouder is geworden. Boven een bepaalde leeftijd heeft een hond een verminderde behoefte aan bepaalde voedingsstoffen, waaronder eiwitten. De voedingsbehoefte verandert doordat de hond minder actief wordt en zijn organen niet meer optimaal functioneren. Een seniorvoeding komt tegemoet aan deze aangepaste voedingsbehoefte. Het is lastig aan te geven wanneer de overstap naar seniorvoeding moet worden gemaakt. Niet elk ras wordt even oud en het gedrag en activiteiten is bij elke hond weer anders. Kijk dus goed naar het gedrag, gezondheid en energieverbruik van uw hond. Kleine rassen worden meestal ouder en zijn vaak tot op hoge leeftijd actief, waardoor ze vaak pas later toe zijn aan een seniorvoeding.
Als u uw hond wil laten overschakelen op nieuw voer, introduceer het voer dan geleidelijk over een periode van 7 dagen. Doe dit door het huidige voer te mengen met een steeds grotere hoeveelheid van het nieuwe voer, totdat alleen nog de nieuwe voeding wordt gevoerd.
Voor honden met problemen aan spijsvertering, nieren, vacht of allergieën, mond- en tandproblemen en overgewicht zijn er diverse soorten dieetvoer. Wij adviseren u hierover vooraf altijd overleg te voeren met uw dierenarts. Uw dierenarts is de beste bron van informatie over de gezondheid en het welzijn van uw hond. Vraag uw dierenarts regelmatig om een gewichtscontrole van uw hond. Het behouden van het ideale gewicht van uw huisdier vermindert niet alleen de kans op gezondheidsrisico's maar zorgt er ook voor dat uw hond langer van een gezond en energiek leven kan genieten.
Zorg dat er altijd voldoende water beschikbaar is.