Voor de goede orde; een konijn is geen knaagdier. Een hamster, cavia, muis, rat, gerbil, chinchilla en degoe e.d. vallen wel in deze categorie. Er zijn echter wel overeenkomsten met konijnen. Er bestaan veel soorten knaagdieren. Sommige zijn heel klein en worden over het algemeen niet zo oud, terwijl andere soorten wel 20 jaar kunnen worden. Veel knaagdieren zijn al zo lang in de handen van mensen, dat ze zich inmiddels tot huisdier hebben ontwikkeld. Hierdoor bestaan er verschillende tamme vacht- en kleurvariëteiten die in de vrije natuur nauwelijks kunnen overleven.
Hooi is een onmisbaar onderdeel in het menu van konijnen en knaagdieren. Het dient onbeperkt ter beschikking te staan. Het beste kan het hooi in een ruif gegeven worden. Zo kan het hooi niet vuil worden door ontlasting op de bodem van het hok. Het geven van hooi is ontzettend belangrijk. Het zorgt er namelijk voor dat ze hun kiezen goed moeten gebruiken, waardoor gebitsproblemen als haken op kiezen voorkomen kunnen worden. Daarnaast is hooi heel belangrijk om de darmen gezond te houden.
Dagelijks hebben knaagdieren slechts 1 tot 2 eetlepels korrels nodig, zo'n 25 gram per kg lichaamsgewicht. De exacte hoeveelheid is echter afhankelijk van de grootte en activiteit van het dier.
In principe zijn er twee vormen voeder verkrijgbaar; gemengd voer en geperste brokjes. Het nadeel van gemengd voer is dat een kieskeurig konijn er de lekkerste dingen van kan opeten en de rest steeds kan laten liggen. Hierdoor kan een mengvoeding tot eenzijdige voeding en voedingstekorten leiden. Sommige mengvoeders bevatten teveel koolhydraten, wat tot plakkerige ontlasting kan leiden. Hoewel dierenspeciaalzaken geregeld adviseren om de eigen mengeling te geven, is het vaak beter om een merkvoeding korrels te geven. Deze merkvoeding is doorgaans van een hogere kwaliteit en altijd constant van samenstelling.
Geef je konijn of cavia ook eens een paar blaadjes witlof, andijvie of paardenbloembladeren. Pas echter op dat u hiervan niet te veel geeft. Let op: jonge dieren tot 3 à 4 maanden mogen nog geen versvoer eten. De meeste verse groenten liggen namelijk erg zwaar op de maag en kunnen een opeenhoping van darmgassen veroorzaken. Laat vers groenvoer bovendien altijd eerst op kamertemperatuur komen voordat het gegeven wordt. Koolsoorten worden vanwege de gasproductie liever gemeden.
Beperk vers fruit tot een minimum. Fruit bevat namelijk veel suiker. Teveel suiker kan darmproblemen geven. Geef dus niet meer dan 1 stukje fruit per dag.
Verkeerde voeding komt bij konijnen en knaagdieren onbewust veel voor en kan aanleiding geven tot veel gezondheidsproblemen. Problemen die met de juiste voeding waarschijnlijk voorkomen kunnen worden. Tandproblemen, diarree, obstipatie e.d. zijn ziekten die veelal veroorzaakt worden door een onjuiste voeding.
Als u de voeding van uw konijn of knaagdier wilt veranderen, bijvoorbeeld omdat u meer verse groente wilt geven of op een ander merk droogvoeding wilt overstappen, dan moet dat altijd geleidelijk gebeuren. Ga uit van een overgangsfase van minimaal 4 dagen. Daarom is het belangrijk om bij de aanschaf van een konijn eerst nog die voeding te geven die de fokker, dierenwinkel of vorige eigenaar gaf.
Zorg dat er altijd voldoende water beschikbaar is.